Waarom moesten ze net nu gaan verhuizen? Natuurlijk had hij wel gehoord dat deze volksverhuizing was opgelegd door hogerhand, maar echt het fijne wist hij er niet van. Het zou iets met een volkstelling te maken hebben of zoiets. Nah, politiek was niet echt zijn ding. Geef hem maar een paar stukken hout en een hamer en hij is tevreden, meer heeft hij echt niet nodig.
Nu ja? Een huisje, tuintje en kindje zouden ook nog wel leuk zijn. Maar dat zal nog wel lukken, zekers? Zijn verloofde zit immers in amazonezit op de ezel die naast Jozef loopt. En bovendien is Maria nog hoogzwanger ook. Maar hij mag daar niet teveel over nadenken.
Je kent dat wel: je loopt dagen aan een stuk door de woestijn te trekken en na een tijdje beginnen je gedachten zomaar naast je te lopen. Plots spoken dan van die gekke hersenkronkels rond. Zo van: âWaarom eten wij elke 25ste december toch kalkoen?â en âZou het niet handiger zijn om de jaren te beginnen nummeren?â. Maar dat was nog te doen. Erger is de vraag die nu al een paar kilometers aan als een loops hondje aan zijn benen kwispelde.
Nu was Jozef maar een simpele timmerman, maar toch begon hij nu echt wel te twijfelen aan zichzelf. Hij herinnerde het zich nog alsof het gisteren was. Hij was net een extra dwarsbalkje aan het bijschaven voor de sauna van zijn beste klant P. Pilatus, toen zijn aanstaande vrouw thuiskwam met een glimlach op haar gezicht om paraplu tegen te zeggen.
âWat is er schatje?â
âOh, nikske Joâke⊠ik ben gewoon vrolijk.â, antwoordde Maria terwijl ze haar roze pumps in het door Jozef zelfgemaakt schoenenrekje zette.
âDrukke dag geweest in de groentewinkel?â
âZwijg me dâer over. Ze hebben de ganse dag aan mijn meloenen gezeten.â
âWaren die dan in promotie?â
âDat zou je zo kunnen je zo noemen, ja.â
âAh.â
âEt per via, Jo. Ik denk dat ik onbevlekt ontvangen benâ, vermelde ze nog teloops alvorens het waskot in te duiken om haar strings uit te spoelen.
Nu negen maanden later begon Jozef toch wel een beetje te twijfelen. Was hij niet een beetje te goedgelovig geweest? Hij had het haar meermaals gevraagd, maar steeds kreeg hij een ontkennend antwoord. Toch bleef de twijfel knagen. Zo erg zelfs dat hij nu bijna zeker was dat zijn vrouw hem iets op de mouw had gespeld.
Hij kijkt even opzij naar zijn vrouw. Diep in haar ogen denkt hij de waarheid te lezen. Nu is hij zeker. Ze maakt hem niets meer wijs. Gedaan met de sukkel te spelen. Hij schraapt zijn keel en zegt kordaat:
âMaria! Ik geloof er geen snars meer van! Wat je ook durft beweren, ik ben overtuigd dat het schoenenrekje helemaal niet hoog genoeg is voor je pumps! Voila!â
Blijgezind zette zij hun tocht naar Bethlehem voort.
Vrolijk kerstfeest voor iedereen!
Comments