BliepâŠ
Ze begreep wel waar ze was. Al durfde ze haar ogen niet openen, uit de puzzel van geluiden wist Sofie dat ze in een kamer van een ziekenhuis lag. Af en toe zeilden flarden van een gesprek tussen haar ouders tot bij haar. De betekenis ontging haar volledig.
BliepâŠ
âIk ben wakker!â Ze probeerde deze gedachten naar haar ouders te zenden. âWaarom reageren jullie niet?â Ze spande al haar spieren op. âWat bezielt jullie toch? Ik lig hier!â Geen enkele reactie. Het gemompel van haar ouders leek stil weg te kwijnen, alsof ze zachtjes van haar wegdreven.
Nu pas viel haar op dat het gebliep van de hartmonitor was opgehouden. De ziekenhuisgeluiden werden verdrongen door een griezelige stilte. Maar dat was niet helemaal correct. Ze onderscheidde immers een zacht geschuifel, alsof heel in de verte takken tegen een vensterraam bewogen. Ja, dat was het: de wind die zich doorheen het gebladerte duwde. En het zacht getik van leidingen van de verwarming. En dan die geur. Muf en houterig, maar niet direct onaangenaam. Bekend.
âDoe je ogen maar open, Sofie.â
Ze herkende die stem.
âWees niet bang. Er kan je niets gebeuren.â
âJij bent David.â Ze schrok van haar eigen stem. Nu kreeg ze weer gevoel in haar lippen. Zachtjes liet ze haar ogen opengaan. Eerst was alles nog wazig en vreemd, maar de scherpte keerde snel terug.
âMijn kamer.â Ze herkende duidelijk het behangpapier van haar nieuwe kamer. De ingebouwde kast. Het raam aan de zijkant. Alleen kon ze al dat speelgoed niet plaatsen. De kamer stond vol dozen met Lego-blokken en aan de deur stond een rode fiets. Haar eigen poppen en beren waren nergens te vinden.
âNeen, dit is mijn kamer, Sofie. Ik heb je naar hier gebracht.â
De jongen aan de voet van haar bed keek haar met een bezorgde blik aan. Hij had kort blond haar en sproeten op zijn wangen. In zijn pyjama straalde hij schattige onschuld uit, maar dit vloekte compleet met de angst die door zijn ogen priemde.
âIk heb maar weinig tijd voordatâŠâ, hij twijfelde even, maar maakte zijn zin niet af. âLuister goed, dit is heel belangrijk.â
âEven voor wat?â vroeg Sofie met een trillende stem.
âMaakt niet uit. Achterin de kast moet je zoeken.â
âZoeken? Naar wat? En waarom?â Ze kon helemaal niet volgen.
âDat weet ik niet, maarâŠâ
David stopte met praten want hij zag hoe de blik van Sofie plots totale paniek uitstraalde. Ze zag immers hoe achter hem de kastdeur langzaam maar zeker openschoof.
âNiet kijken!â, riep David. âNiet kijken! Nee!â
âWat isâŠ?â
âLuister, het moet ergens achterin de kast liggen. Maar alleen met veel licht! Begrijp je dat?â
Sofie kon niet zien wat er zich achter de rug van David afspeelde, maar het geschuifel vertelde meer dan ze wou weten. Het geluid van nat leer werd beklemtoond door een subtiel getik. Vuile in klauwen verwrongen nagels trekken het beest over de houten vloer. Het beeld vormde zich in haar hoofd, maar zette vlucht die gedachten van zich af. Ze keek weer recht in de blik van haar nieuwe vriend. David rilde. Maar waarom bewoog hij niet? Waarom kon hij niet weglopen? Ze wist natuurlijk het antwoord, maar kon het niet geloven.
âEr kan jou niets gebeuren. Nu toch niet. Maar onthoud datâŠâ, hoorde ze David nog vlug vertellen.
De gruwelijke hand greep Davidâs schouder vast. Het beest trok zich op. Net voor ze dat gevreesde gezicht zou zien, gilde David zijn laatste woorden. Daarna ging alles in een flits. De tweede klauw verscheen plots voor Davidâs opengesperde mond en rukte de helft van zijn gezicht weg. Een vlezige kwab bengelde nog tussen de vingers van het beest, terwijl een opengesperde muil aan de andere kant van het hoofd opdook. Sofie zag in een fractie van een seconde het wit van de tanden van de jongen. Meer wit dan normaal te zien zou zijn. Toen spoot het bloed haar richting uit en zette ze het op een gillen.
Haar gegil weergalmde nog door de ziekenkamer terwijl beide slaperige ouders gelijktijdig uit de zetels naast het bed sprongen.
âJe bent wakker,â riep Petra vol blijdschap.
Sofie zat rechtop in bed en knipperde met haar ogen. Ze gunde haar ouders maar even een verdwaasde blik en staarde dan naar haar gespannen vuisten op het bedsprei. Het enige wat nog door haar hoofdje spookte waren Davidâs laatste woorden.
âVertel mijn ma dat ik haar graag zie.â
WORDT VERVOLGD
Comments