Het is vrijwel zeker: de werkelijkheid bestaat uit miljoenen verschillende parallelle universa. Dit concept is op zijn minst redelijk deprimerend te noemen want het legt onze geveinsde belangrijkheid nog meer aan banden. Snap je dat, Bartje de Wever? Ons eigen sterrenstelsel is in verhouding al zo klein, laat staan als er nog eens ettelijke bijna-kopieën van ronddrijven. Nederigheid troef, zou ik zeggen.
Maar het is al bij al nog niet zo erg. Je begrijpt dat de verschillen tussen al deze universa sterk uiteenlopen, maar dat er wel ergens tussen die massa het ultieme universum zweeft, een realiteit waar gewoon alles perfect verloopt. Alle andere werelden liggen in de schaduw van dit ultieme der ultiemen. Welnu, het verschil met het onze valt redelijk goed mee.
Er zijn universa waar het veel erger gesteld is: waar die eerste bliksem die bij ons het leven heeft doen ontstaan perongeluk werd afgeleid door een net iets te vroeg gebouwde Sint-Romboutskathedraal of waar politieke partijen al eeuwen zonder succes aan het debatteren zijn over de splitsing van het kiesdistrict Saturnus-Jupiter-Pluto. Bijvoorbeeld.
Wij staan mateloos veel dichter bij de perfectie en dit is simpelweg aantoonbaar omdat een beetje van dit ultieme door onze realiteit aan het sijpelen is. Een voorbeeldje? Wel hier komt het:
In het perfecte universum werd het moderne toilet uitgevonden door Thomas Crapper en ontstond de Engelse uitdrukking 'to crap' omdat soldaten in het Engelse leger op hun nieuwe toiletten de naam van de uitvinder konden lezen en daarom ook spraken over 'going to the crapper' tekens ze hun grote behoeften gingen doen. Klinkt prima, niet?
oftewel de 'vlotter' uitgevonden.
Wel, in onze werkelijkheid is dit een stadslegende... maar komt de waarheid wel verbazingwekkend dicht in de buurt. Zo is Thomas Crapper inderdaad een loodgieter en heeft die gast inderdaad het toilet verbeterd, maar... net niet uitgevonden. Die eer valt immers John Harrington in 1596 te beurt, een dikke 200 jaar voor Crapper ook maar geboren werd.
Ook de etymologie van 'to crap'draait ook al op een sisser uit. Dit werkwoord stamt af van 'crapping ken', met ken in de betekenis van huisje. Crapping zou dan een samensmelten zijn van het Nederlandse krabben en het Latijnse crappa (afval). Inderdaad!
Maar zeg nu zelf, het had maar een haar gescheeld of die stadslegende was gewoon waar! En als je dan deze lijn verder trekt en je bekijkt de duizenden andere stadslegendes, dan kan je niet anders dan concluderen dat we er steeds verdraaid dichtbij zijn. Quod erat demonstrandum!
Besluit: wij leven in het universum van de 'near misses' oftewel van 'bijna raak'. Stel je voor hoeveel regeringen ze in ons perfect zusteruniversum al gevormd zullen hebben.
Comments