Het is een paar dagen warm buiten en onze oerinstincten komen weer boven. Liters testosteron gieren door onze hoofden. Mocht het sociaal geaccepteerd zijn dan trokken we gewoon berenvellen aan en gingen al briesend en brullend de tuin in, met onze knots in de aanslag.
Maar gelukkig kunnen wij onze primaire driften nog een beetje onder controle houden. Ter compensatie vechten we bij de slager om dat laatste stukje bloedrood vlees. Want dat we carnivoren zijn, dat willen we bewijzen, zeker vandaag.
Thuisgekomen met je buit van omzeggens een kwart koebeest en een half varken, duik je direct de kelder in. Met veel gezucht en gekreun haal je de gietijzeren barbecue van onder het stof. Natuurlijk zijn er nu van die handige, lichtgewicht toestellen te koop, maar die zijn voor woesies. Echte mannen doen het enkel met het Γ©chte materiaal. En vandaag is het de dag bij uitstek om je mannelijkheid te bewijzen.
Nadat het metalen monster de trap werd opgezeuld (dit jaar sneuvelen er maar twee traptegels, een record...) is het de beurt aan de twee 10kg zakken houtskool. Neen, voor ons geen kokosbriketten. Da's voor jeanetten!
Tijd voor het eerste biertje... of drie. Als Luitenant-generaal overzie je het strijdveld. Barbecue, houtskool, vlees, aanmaakvloeistof, ovenwanten, schort, vleestangen... Plots zie je in de reflectie van een van de tangen dat de poes klaar staat om op de tafel met vlees te springen.
Als een rasechte cowboy grijp je in een fractie van een seconde naar de 5 liter bus petrol. De top vliegt eraf, je draait je om en richt naar de kat. Spets! Raak.
"Ha, ha, don't mess with the Barbecue King!"
Dat vieren we met nog een biertje... of zes.
Nu komt het belangrijkste moment van de dag. De verwachtingen zijn hoog. Je publiek staat klaar om hun barbecueheld aan te moedigen. Op veilige afstand weliswaar. Enkelen staan er met kommen groentjes in hun pollen. Maar groentjes, dat is voor sissies, joh!
Daar gaan we! De houtskool is al doordrenkt van de petrol. Inderdaad, want aanmaakblokjes dat is voor... juist.
Tjsek. Tjesk. Foemp. Een vlammetje.
De lucifer vliegt als in slow motion door de lucht. Het maakt een sierlijke salto en dan...
WHOESH...
Een vuurzee. Nu, ja. Dat stuk gazon hoef je dit jaar niet meer af te rijden. Je ziet nog net hoe een vuurbol in de armen van het knaapje van de buren springt en de kommen groenten op de grond stuiteren. Iedereen probeert in paniek het brandend jongetje uit te doven. Ergens kwam die vuurbol wel bekend voor. Vooral die staart. Hmmm.
Maar niet getalmd. De vlammen komen ondertussen niet meer tot aan de takken van die notenboom, dus tijd voor het eerste stuk vlees. Machtig toch hoe die vlammen rond die steak dansen. Hoe het vet zich op het houtskool stort met dat zalig knisperend geluid.
De geuren, de warmte, dat geluid, hmmm. Ideaal moment voor nog een biertje... of negen. Wel spijtig dat die brandweersirenes zo luid klinken. Maar, soit.
"Aan tafel!"
Gelukkig hebben wij mannen dit barbecueritueel nog, anders waren wij al lang allemaal... inderdaad!
Comments