Wie schrijft, die blijft...

By Geert, 4 October, 2010

1
'Charlie!'
Dat geroep, dat gekerm. Steeds luider, steeds indringender, steeds dichter, steeds weer...


Schrijven: het is een passie!

2
'Charlie!'
'Nee, dit kan niet. Dit is compleet absurd. Dit mag niet...'
Hij kon niet meer. Zijn laatste mentale kracht, zijn laatste hoop op enige beterschap, leek zich samen met zijn wanhoopskreet aan de greep van het getergde lichaam te willen onttrekken, te willen wegvluchten van de absurditeit als een muis van een zinkend schip.

Zo begint mijn tweede poging tot het schrijven van een roman. Het draagt de werktitel Duistere Diepten. Ik kan mij niet exact meer herinneren van wanneer deze poging dateert, maar vermits het manuscript nog gedrukt is met een 9-pins Epson printer moet het wel ergens begin jaren 90 neergepend zijn. Tjonge, tjonge, ik was toen 16 en dacht echt dat ik schrijver kon worden.

Mijn allereerste poging dateert van ergens midden jaren 80 toen ik naar aanleiding van het vinden van een gewonde duif besloot een dieptragisch boek te schrijven. Verder dan twee pagina's kwam ik spijtig genoeg niet. Een inspanning die op de koop toe nog compleet verloren is gegaan voor de geschiedenis.

Duistere Diepten was een beter lot beschoren: een mooie 22 pagina's liggen hier nu naast mij. Een psychologische thriller waarbij uit de eerste hoofdstukken blijkt dat de protagonist serieuze last heeft van hoofdpijn. Na pagina 20 was dit al redelijk duidelijk, maar had ik toen voldoende volharding gehad dan waren hier zeker nog een tiental pagina's over die vermaledijde mal de tête aan toegevoegd. Meer dan koppijn heb ik er inderdaad niet aan overgehouden.

Nadien volgen nog een paar verwoede pogingen, elk met hun al dan niet originele titel: "Perpetuum", "Ogen toe, mond open", "Tot het bloed ons scheidt", "De stilte van de vooruitgang", "Perrongeluk", "De pen is machtiger dan het zwaard", "Syntaxis", "Een lege kamer" en het beloftevol meesterwerk "Quentito, of het 12-koppig WC-monster". Met uitzondering van het uiteindelijk tot kortverhaal gereduceerde Perpetuum, Tot het bloed ons scheidt en De stilte van de vooruitgang zijn dit allemaal verwoede pogingen die o wee, o wee eindigden als losse flodders.

Maar er is een verhaal waar ik nog steeds van denk: dat moet ik toch ooit eens afwerken. Ik heb al 15 pagina's en een deels uitgeschreven plot. Tot mijn grote verbazing lezen die pagina's redelijk vlot en staan niet vol van bombastische zinsconstructies (mijn pijnlijk handelsmerk...). Een fantastisch verhaal over foutjes in het tijd-ruimte continuüm met de leuke titel Xodarap (rings a bell?).

Maar om ondertussen de moed bij elkaar te rapen en de pen wat te scherpen, ben ik dus begonnen met een minder ambitieus vervolgverhaaltje waarvan ik nog helemaal geen idee heb van hoe het gaat eindigen.

En misschien schrijf ik nadien wel verder aan Xodarap. Wie weet? Want wie schrijft, die blijft schrijven...

Comments