De kast - een vervolgverhaal (deel 11)

By Geert, 11 March, 2011

Ze opende haar ogen. Eerst begreep Sofie niet goed waar ze was. Toen haar zicht zich langzaam had aangepast aan de duisternis, werd het duidelijk dat ze in het bed van haar ouders lag.

De nacht voordien was Sofie in het ziekenhuis weer bij bewustzijn gekomen. Ze had genoten van dat magische moment. Het was mooi om die verbazing in de ogen van haar ouders te zien omslaan in glinsteringen van blijdschap. Bij die warme knuffels met ma en pa flakkerde de hoop weer op dat alles goed zou komen. Het was immers jaren geleden dat ze haar ouders nog eens hand in hand had gezien. Zelfs het sluimerende monster achter het gezicht van haar vader leek spoorloos verdwenen. Enkel toen Sofie naar bed moest, kreeg de pijn weer vat op het jonge meisje.

"Neen, mama. Mag ik niet bij jullie komen slapen?"

Scary mirror

Alhoewel haar kamer ondertussen weer helemaal opgeruimd was, zou ze nog liever op de koude vloer in de keuken slapen dan in haar eigen bed. Sofie was ervan overtuigd dat haar ouders nooit zouden begrijpen wat er die nacht echt gebeurd was, maar zolang die kastdeur niet volledig gebarricadeerd werd, zette zij geen stap in die kamer.

Dus lag ze nu tussen haar beide ouders in, naar het plafond te staren. Het vage schijnsel van de maan kroop tussen de gordijnen door en toverde de slaapkamer om in een waar schimmenspel. Naast het bed stond een langwerpig stuk spiegelglas, dat papa nog moest ophangen in het dressoir. Ernaast waren nog een paar verhuisdozen gestapeld en enkele zakken met winterkleren. Twee opgerolde tapijten leunden schuin tegen de muur en hielden het weinige licht uit de hoek van de kamer. Al haar aandacht werd naar die duisternis gezogen. Het leek wel een grot. Het zwart begon te dansen en leek steeds meer van de kamer op te eisen.

Plots was Sofie er zeker van dat het beest de kamer was binnengedrongen. En ja, de kamerdeur stond op een kier. Had papa die daarstraks niet dichtgetrokken? Ze klemde het deken vast in haar handen en trok het naar zich toe. De zware ademhaling van haar vader, die daarstraks nog geruststellend klonk, schuurde onheilspellend door de ruimte. Bewoog daar iets in de hoek? Een bleke klauw greep het tapijt vast. Sofie sloot vlug haar ogen. Die waanideeën moesten ophouden.

Met dichtgeknepen ogen ging Sofie terug liggen, trok het deken tot over haar kin en duwde zich dicht tegen haar moeder aan. Even durfde ze door een spleetje van haar ogen kijken en zag de achterkant van haar vaders ronkende hoofd. Dan werd plots alles stil. Sofie had net angstig haar kussen tegen de kin getrokken toen het lichaam van haar vader begon te bewegen. Hij draaide zich langzaam om en keek haar met indringende ogen aan.

“Kan je niet slapen?”, vroeg hij met een wat hese stem.

“Neen”, ze kon amper een zucht van opluchting onderdrukken.

“Zal ik wat melk gaan opwarmen?”

“Dat is goed,” antwoordde Sofie, nu weer helemaal tot rust gekomen. Had ze werkelijk gedacht dat haar vader bezeten kon zijn? Nu bekroop haar echt de behoefte hem een dikke knuffel te geven, maar hij zat al rechtop in bed. Hij tastte naast het nachtkastje en het nachtlampje sprong aan.

“Ik ben zo terug,” zei hij en slenterde vermoeid de kamer uit.

In het licht van het lampje nam de kamer weer een meer vertrouwde vorm aan. Onder de opgerolde tapijten zat helemaal geen monster verborgen. Die klauw was gewoonweg een loshangend stuk van het touw dat de rol tapijt bij elkaar moest houden.

Ze viel bijna weer in slaap toen haar vader een kop hete melk onder haar neus duwde.

“Drink uit, dan zal je wel beter slapen, schat.”

De melk deed haar goed. Ze voelde alle spanning uit haar lichaam sijpelen.

“Klaar? Geef maar hier.” Haar vader zette de lege kop op het nachtkastje en knipte het licht uit.

Sofie zat nog steeds rechtop in bed en kon zien hoe haar weerspiegeling in de spiegel met een klik in een schim veranderde. De duisternis had alle dreiging verloren. Ze voelde zich loom en slaperig. Knipperde nog even met haar ogen en vlijde zich neer op haar warme plekje tussen ma en pa. Nog even dacht ze na over die spiegel. Haar weerspiegeling. En die o zo herkenbare ogen. Ogen onderaan het spiegelglas. Ogen van het monster. Het monster onder het bed. Maar deze gedachten werden resoluut verdrongen door de slaap en zorgden ervoor dat Sofie maar half bij bewustzijn was toen het beest op het bed sprong, haar bij de keel greep en Sofie de kamer uitsleurde. Ook het hels gillen van haar moeder leek van een andere wereld te komen.

WORDT VERVOLGD

Comments