Stap 1: Breng lichtgezouten water aan de kook.
Stap 2: Dompel je zakje onder.
Stap 3: Dek af en laat gedurende 10 minuten koken op een zacht vuur.
Stap 4: Neem het zakje uit het water en laat uitlekken.
Stap 5: Open het zakje en dien onmiddellijk op.
Het lijkt allemaal zeer eenvoudig en eigenlijk is het dat ook, op voorwaarde dat je de rijst met zakje en al zou opeten. De moeilijkheid ligt hem niet in het bereiden van de snelkookrijst, wel in het dresseren van die gloeiend hete brei op je bord.
Na tien minuten koken is het moment aangebroken. Doorheen een waas van hete waterdamp begin je met een vork te vissen naar dat kleine lusje bovenaan het plastiek zakje. Als snel komen die jeugdtrauma’s over dat viskraampje op de kermis en die meneer in zijn grijze regenjas naar boven. Het duurt gelukkig niet lang of je hebt beet.
Nu ben ik zo kwaad nog niet en kan het concept van dat lusje wel waarderen. Meer nog: het grenst naar mijn mening aan pure genialiteit. Immers, stel dat je met Kerstmis een paar zakjes gekookte rijst in de boom wil hangen. Geen probleem, zo gebeurd. Of je wil eens gewaagde oorbellen dragen? Nou, daar draai ik mijn hand niet voor om. Je kat een zakje rijst aanbinden? Papgemakkelijk!
Maar als hulp om dat dampend zakje rijst open te krijgen? Nou, dan is het niet echt handig, nee. Het buideltje bengelt wel schattig aan je vork, maar uiteindelijk weet je dat er niets anders opzit dan met je blote handen in actie te schieten.
Ai. Auw. Oei.
Hoe je ook trekt en wrikt, dat zo geprezen en handige lipje waar je het zakje mee moet openscheuren is niet te vinden. En ondertussen verbranden stilletjesaan al je vingers. Al gauw geef je de strijd op en na een deugddoende Flammazine®-kuur hervat je de strijd.
Maar deze keer ben je tot de tanden gewapend met een aardappelmesje! Inderdaad, je laat je niet kennen. Ah, nee. Met een vakkundige sneer snij je door het geperforeerde plastic, als een slager die de buik van een slachtvarken opensnijdt. Vol verrukking zie je hoe de witte korrels als bevrijde krijgsgevangenen op je bord neervallen.
Allez, de meeste dan toch. Sommigen landen als collateral damage op de tafel, op de grond, tegen het behang en de gelukkig waterdichte keukenverlichting.
En dan… dan zie je dat de helft van je rijst nog gevangenzit in het Guantanamo van de rijstzakjes. Nog een laatste reddingsactie kan maar een paar zieltjes bevrijden. Uiteindelijk vliegen er nog behoorlijk veel samen met het zakje de vuilnisbak in.
Waarom kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat dit allemaal niet meer van deze tijd is? Na alle technologische revoluties, zitten wij nog steeds te knoeien met die banale rijstzakjes.
En dan zwijg ik begot nog over die kant-en-klare-maaltijden in plastic zakjes…
Comments