Nieuwe woordjes

By Geert, 5 February, 2011

"Baah baah jaaa fie prrrrrrt", onze dochter heeft alles in zich om een polyglot te worden. En ze is maar pas 10 maanden oud. Tegen de tijd dat ze 18 maanden is, kent ze gemiddeld al zo'n 20 tot 50 woorden. Dan begint het pas echt. Met een tempo van 6 nieuwe woorden per dag zal ze op haar dertigste tussen de 30.000 tot 50.000 Nederlandse geleerd hebben. Een echte kampioen haalt uitzonderlijk de kaap van de 100.000 woorden. Niet slecht? Leert ze er dan nog een paar vreemde talen bij, dan stijgt dit aantal zienderogen.


't Is nooit te vroeg om ermee te beginnen.

En het proces van het opslorpen van woordjes gebeurt volledig automatisch. Ik herinner mij zo nog levendig hoe ik tijdens de les wiskunde in het tweede middelbaar geïntrigeerd raakte door een vreemd woord dat in mijn schoolbank stond gekerfd. Het volgende lesuur, toevallig de les Nederlands, dook ik direct in het Prisma-woordenboek om te ontdekken dat het over "het zichzelf seksueel bevredigen" ging. Nu bevat dat boekje dus geen duidelijke illustraties, dus verkeerde ik lange tijd in de waan dat het kijken naar een naaktkalender hetzelfde was als zich masturberen. Een laatbloeier, ik weet het!

Maar wat na de dertig? Hoeveel woordjes leer je dan nog per dag? Er is opvallend weinig onderzoek gepubliceerd dat hierop een antwoord geeft. Maar dat schrikt ons uiteraard niet af. Stel dat wij ons voornemen om elke dag nog eens 5 woordjes bij te leren, dan kennen we tegen ons 85ste jaar de halve Van Dale -die telt in totaal zo een kleine 300 000 woorden- van buiten. Ik vermoed dat je daarmee toch al danig veel indruk kan maken aan de toog... van het rusthuis. Soit.

Dus dit goede voornemen eendachtig, zijn hier je vijf nieuwe woordjes van vandaag:

  • Fluffer: een ingehuurd persoon op de set van een pornofilm met als taak ervoor te zorgen dat de mannelijke acteurs, tussen de opnames door, niet voor paal komen te staan, of juist wel - 't is te zien hoe je het bekijkt (zie ook).
  • Procrastineren: de al te menselijke neiging de dingen uit te stellen tot morgen die men beter vandaag had gedaan. Maar dat leg ik morgen wel uit (zie ook).
  • Tarrel: een substantieel bijverschijnsel als gevolg van de niet zo comfortabele combinatie van haargroei en stoelgang (zie ook).
  • Spreadsheetfundamentalist: persoon die alleen naar getallen kijkt zonder de betekenis te analyseren (zie ook).
  • Snowballen: de orale uitwisseling van een reproductieve substantie in de context van een erotisch spel (zie ook - met dank aan Wim).


Voila, men zegge het voort!

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=sDocL7AfIRo&w=470&h=390]

Comments