Je kan er niet onderuit: als je wil bouwen, zal je op zoek moeten gaan naar een lapje grond. Tenzij luchtkastelen natuurlijk je ding zijn, ben je verplicht een deel van onze schone aardkluit het jouwe te noemen alvorens die baksteen uit je maag te persen.
Enige tijd geleden had je gewoon op een paard te springen, een geschikt stuk veld uit te zoeken en, gezeten op dat briesend ros, die kwaad tierende boer simpelweg de kop af te hakken. Geen gedoe of gezever, dat veld werd automatisch het jouwe.
Maar tijden veranderen. Tegenwoordig kan je dus letterlijk zonder enige noemenswaardige fysieke arbeid grondeigenaar worden. Het begint met wat geklik op het internet, het intoetsen van wat cijfers en een hoorn opnemen. Voor je het weet krijg je ergens een papier voor je neus en kribbel je wat krulletjes onderaan die pagina. Jawel, dan volgt nog de zogeheten financiële transactie, maar ook daarvoor hoef je tegenwoordig enkel maar wat kribbeltjes op papiertjes te zetten. Een zak met goudstukken komt er al helemaal niet meer bij kijken.
En laten we nu eerlijk zijn: de fun is er nu wel helemaal af! Ik had veel liever genoten van de voldoening om na de verkooptransactie het bloed van de vorige eigenaar van mijn bezweet gelaat te wassen. Die warme weeïge vloeistof met water uit een nabije beek weg te laten spoelen, terwijl je paard als eerste een warme dropping op je pas verworven territorium mag placeren. Dan pas voel je je echt grondbezitter.
Nu kan ik enkel maar gevoelloos staren naar die twee povere, met mijn mobieltje getrokken, foto’s van wat grond en gras, waar hoogstens een ziek konijn ooit eens het leven heeft gelaten. Echt wild wordt je daar niet van, neem dat van mij aan.
Misschien komt dat enthousiasme wel weer terug als ik voor de eerste keer mijn ophaalbrug kan gebruiken. Wie weet?
Comments